Ik wilde Lampje zijn.

Ik ben opgevoed door Donald Duck. Mijn ouders dachten dat ik opgevoed werd door Dr.Spock. De man had een boek geschreven hoe om te gaan met driftige kleuters. Maar ik werd opgevoed door Donald Duck.Wekelijks plofte het blad in de bus. Mijn zusje en ik vochten erom. Omdat zij ouder was en dus sterker won zij en ging het blad op de wc lezen, met het haakje erop. Donald Duck, een rare eend in een matrozenpakje met een vage relatie met drie neefjes. Nog altijd als ik drie eenden zie denk ik: Dat zijn neefjes. De driftbuien van Oom Donald spraken mij zeer aan. Willy Wortel, een bevriende uitvinder, had eens een onbreekbaar krukje uitgevonden. Donald gooide het krukje in een waas van woede stuk. Kijk dat is nog eens karakter. Dan was er nog Guus Geluk, een opportunistische eend die het geluk aan zijn kont had hangen. Oom Dagobert, de vlees geworden kapitalist, die dagelijks een bad nam in zijn zwembad gevuld met geld. Vraag aan mijn generatie wie je het liefste zou willen zijn. Ik wilde Lampje zijn . Lampje was het vriendje van Willy Wortel. Hij had hem zelf uitgevonden en Lampje kwam altijd op ideeen. Dan ging Lampje glimmen. Elke keer als ik een lamp verwissel omdat die, ook sterfelijk, definitief is uitgedoofd, denk ik aan Lampje. Ik wil Lampje zijn.