De neus van Boeddha

Ze kwam aan op Gare du Nord. Ze was zeventien en ging op weg naar een boerderij in Normandië om te werken . Het was via vrienden en daar weer kennissen van geregeld om haar Franse taal een boost te geven. Ze moest twee uur overbruggen om daarna de trein naar Rouan te nemen. In de stationsrestauratie schoof ze aan bij een tafeltje waar een oudere man zat. De man had geen neus. In haar beste Frans vroeg ze: “Ou est le nez?” Nog nooit had iemand dat aan de man gevraagd en hij begon te vertellen. Een bombardement in de tweede oorlog waarbij zijn zusje was omgekomen en hij zijn neus verloren had. Hij bood haar een glas wijn aan en zij haalde de trein op het nippertje. In Normandië leerde ze koeien melken waar ze de rest van haar leven weinig meedeed.

In de jaren negentig bezocht ik het Aziatisch museum in Parijs. Heel veel Boeddha’s. Om een boeddha te vervoeren is de neus het meest kwetsbare orgaan. Er waren veel boeddha’s die geen neus meer hadden. Toen wist ik het zeker. Ik had met Boeddha een glas wijn gedronken op Gare du Nord.

Geef een reactie