De omgekeerde polonaise

Ik was 9 toen ik met mijn ouders de omgekeerde polonaise danste.

Wat er aan vooraf ging. Een van onze pony’s kreeg het erg benauwd. Mijn vader belde de dierenarts en hij zou met gezwinde spoed langskomen want het zag er niet best uit. Ik liep met mijn vader en de pony naar de kant van de weg zodat de dierenarts direct aan de slag kon. Het duurde lang. De pony zakte door haar hoeven en mijn moeder belde de dierenarts weer op. Zijn vrouw zei dat hij al een uur geleden was vertrokken. Hij had er allang moeten zijn. Op de achtergrond hoorde we de sirene van een ambulance. Ik vermoedde dat de dierenarts een ambulance voor de pony had besteld.

Maar noch de ambulance noch de dierenarts kwam langs. De pony zuchtte, een zucht die later haar laatste adem bleek te zijn.

In de loop van de dag bleek dat de dierenarts op een kilometer van ons huis was omgekomen bij een auto-ongeluk.

Mijn vader liep huilend door het huis. Mijn moeder sloeg haar armen om zijn middel en liep huilend achter hem aan. Mijn zusje sloot aan door de rok van mijn moeder vast te pakken en huilde mee. Ik greep de trui van mijn zusje terwijl de tranen over mijn wangen biggelden. Ik haakte aan als laatste wagon. Het was geen omgekeerde polonaise. Het was een treurtreintje.

Geef een reactie